Tutorial : Een kokerrok in imitatieleer – Knipmode 09/2016

2 november 2016

Een imitatielederen kokerrok is toch een “it-item” voor de herfst, vind je ook niet ? In de Knipmode van september 2016 stond er een geweldig exemplaar dat mijn aandacht trok, dus ben ik het rokje eens van naderbij gaan bestuderen.

“Doen !” echode het algauw in de hersenholtes tussen mijn oren en een leuk imitatieleren stofje uit de shop flitste voor mijn ogen. God, I just love these flashes of inspiration !

 

Patroonaanpassingen

Omdat een kokerrok toch mooi om het lichaam moet sluiten, leek het mij een wijs idee om de patroondelen eerst na te meten en de resultaten van de meting te vergelijken met mijn lichaamsmaten. Mijn lichaamsmaten sluiten aan bij de confectiematen 34 en 36 en alle combinaties ervan. Mijn tailleomtrek meet momenteel 69 à 70 cm en sluit het beste aan bij maat 36 uit de matentabel vooraan bij de werkbeschrijvingen. Mijn heupomtrek meet momenteel 92 cm en deze sluit het beste aan bij maat 34 uit de matentabel van Knipmode.

Om alleen een aanpassing ter hoogte van de heupen te moeten maken, heb ik de patroondelen voor maat 36 overgenomen van de patroonbladen. Daarna ben ik beginnen cijferen :

Volgens de foto van de rok (een duidelijke beschrijving van waar de bovenkant van de rok valt – in de hoge taille of in de lage taille – ontbreekt) begint de rok onder de natuurlijke hoge taille. Het is niet zo duidelijk zichtbaar omdat het model er een truitje over draagt. De gehele omtrek van de bovenkant van de rok volgens het patroon meet 73,40 cm en valt naar mijn oordeel perfect samen met de omtrek van mijn onderlichaam tussen mijn hoge taille en mijn lage taille. Aan de tailleomtrek heb ik dus geen aanpassingen gemaakt.

De heupomtrek van het patroon is 97 cm. Dat is dus de 95 cm natuurlijke heupomtrek van maat 36 plus 2 cm overwijdte voor het bewegingsgemak in de rok.

Aangezien mijn natuurlijke heupomtrek 92 cm meet en ik voor de gehele omtrek ook 2 cm overwijdte wil inwerken, zou een heupomtrek van 94 cm perfect moeten zijn voor mij. Er moet dus 3 cm van de totale heupomtrek afgenomen worden (97cm heupomtrek van het patroon MIN de 94 cm die ik graag wil overhouden).

Deze 3 centimeter moet verdeeld weggewerkt worden over 4 rokpanden : de twee panden van de voorkant en de twee panden van de achterkant. Dat is 0,75 cm (3 cm gedeeld door 4) weg te nemen ter hoogte van de heup op ieder rokpand.

Omdat de binnenkant van de rok tussen de taille en de heup afgewerkt is met belegdelen, moet ook op deze belegdelen de 3 cm verschil in heupomtrek weggenomen worden.

Om de heupomtrek te versmallen markeer je de 0,75 cm die eraf moet op de heuplijn en verbind je de taillelijn van ieder pand (en ieder belegdeel) met dit nieuwe punt door middel van een gebogen tekenliniaal die de natuurlijke ronding tussen de taille en de heup weergeeft.

 

Naden en zomen

Eens de aanpassingen aan het basispatroon gemaakt, teken ik de naden en zomen. Ik weet dat er dames (en waarschijnlijk ook heren) zijn die de naadwaarden en zomen niet tekenen, maar deze aanknippen bij het knippen van de verschillende patroononderdelen uit de stof. Ik houd ervan om te werken met een zo volledig mogelijk patroondeel zodat ik bij het snijden van de stof niet meer moet focussen op naadwaarden en zomen.

Voor de zomen van de buitenrok en de voering heb ik 3 cm aangetekend.

Voor alle naden – met uitzondering van de middenachternaad en de middenvoornaad – heb ik 1 cm voorzien.

Voor de middenvoornaad van de buitenrok heb ik 1,5 cm aangetekend. Het voorpand van de buitenrok wordt niet geknipt op een stofvouw, maar bestaat uit twee afzonderlijke panden die aan mekaar gestikt worden in het midden van de rok. Deze naad moet straks worden doorgestikt en om met het imitatieleer toch netjes te kunnen werken heb ik ineens 1,5 cm voorzien. Het “overschot” aan naad kan altijd worden weggeknipt, maar als je naad te fijn is om vlot te kunnen werken, bezorg je jezelf soms heel wat vermijdbare problemen.

Het voorpand van de voering heb ik tegen het advies van de werkbeschrijving in geknipt op de stofvouw. Hier heb ik dus geen naadwaarde aangetekend, maar heb ik wel op de middenvoornaad een symbool aangebracht waardoor ik weet dat dit deel op de stofvouw moet worden geknipt.

Voor de middenachternaad van zowel de buitenrok als de voering heb ik 2 cm voorzien omdat hier een rits moet ingezet worden. Ik vind het mooier als de rits is verwerkt in een bredere naad (een naad die toch minstens 2 cm breed is).

 

Voor het spelden en knippen van de patroononderdelen van de voering kan je gewoon werken zoals je dat gebruikelijk doet, maar voor het imitatieleer moet je voorzichtiger te werk gaan. Hoe je het best met imitatieleer omgaat kan je uitgebreid lezen in deze post.

 

Omdat dit imitatieleer heel soepel en flexibel is, heb ik de patroondelen wel op de goede kant van de stof gelegd en gespeld in de naadwaarden. Prik nooit spelden in de delen die zichtbaar zijn, want kopspelden perforeren het imitatieleer en de gaatjes zijn permanent. Vanwege de flexibiliteit van dit materiaal heb ik de patroondelen ook gewoon uitgeknipt met de stofschaar.

 

Verstevigen

De werkbeschrijving van het patroon vraagt je om de belegdelen van de binnenrok (zowel voor- als achterpand) te verstevigen. Hiervoor heb ik stevige vlieseline gebruikt, die je gewoon op de verkeerde kant van de stof moet strijken.

Om opstrijkbare versteviging over te nemen op een vel vlieseline, leg je de vlieseline (die altijd voldoende doorzichtbaar is) over de te verstevigen patroononderdelen en je tekent deze patroononderdelen gewoonweg door zonder hun naadwaarden. Daarna knip je ze simpelweg uit en strijk je ze voorzichtig op de verkeerde kant van het te verstevigen patroondeel.

Versteviging van het voorste belegdeel.

Versteviging van de achterste belegdelen

 

Constructie van de buitenrok

Mijn fantastisch sympathieke partner in crime – heel grondig gebeten door de naaimicrobe en waarschijnlijk ongeneeslijk besmet – Ann Motet – had er mij al een beetje voor gewaarschuwd : stikken op de goede kant van dit imitatieleer plaatst je voor een nieuwe uitdaging. Gelukkig zijn er niet zoveel onderdelen aan deze rok die moeten gestikt worden op de goede kant van de stof.

 

De constructie van deze prachtige rok vangt aan bij het aaneenstikken van de twee onderdelen van het voorpand van de buitenrok. Ik heb de twee delen aan mekaar gespeld met kopspelden in de naadwaarden om de middenvoornaad netjes te kunnen stikken. Stikken op de verkeerde kant van deze stof levert geen enkel probleem. Ik geloof dat ik alle naden van deze rok heb gestikt met een universele naald 80 of 90 en een rechte steek met gemiddelde steeklengte.

Gespelde naad van het voorpand

Gespelde naad van het voorpand

De naadwaarde middenvoor moet je daarna naar de linkerkant strijken omdat deze zo meteen moet worden doorgestikt.

 

Deze middenvoornaad moet worden doorgestikt. Dat wil zeggen dat de naadwaarde op de binnenkant van de rok wordt vastgestikt op de rok. Het “doorstikken” van een naad doe je normaal altijd op de goede kant van de stof, nadat de naadwaarden van beide panden samen zijn platgestreken naar één kant. Stikken op de goede kant van imitatieleer levert soms problemen op, omdat de buitenlaag niet zo vlot glijdt onder een gewoon stikvoetje. Hoe je dit kan oplossen wordt uitgebreid uiteengezet in deze post over het werken met imitatieleer.

Omdat ik zo héérlijk eigenwijs ben dat ik altijd op zoek ga naar andere mogelijkheden, wou ik toch nog een andere techniek uitproberen om de naad van het voorpand netjes te kunnen doorstikken. Nadat ik de naad naar de linkerkant van het voorpand had gestreken (altijd met een katoenen doek of persdoek trouwens en op niet te hoge temperaturen), heb ik de naad op de verkeerde kant van de stof doorgestikt. Voor mij op de naaimachine lag dus de naad zichtbaar. De spoeldraad van dit stikstel is dus zichtbaar op de goede kant van de stof. Als de spanning van de machine perfect is afgeregeld bekom je hiermee een prachtig resultaat en zie je niet dat het de spoeldraad is die aan de buitenkant van de stof zit. De naadwaarde van 1,5 cm kan je nu bijknippen tot 1 cm.

 

Doorgestikte naad van het voorpand.

Doorstikken via de verkeerde kant van de stof.

 

De doorgestikte naad aan de goede kant van de stof.

De spoeldraad is zichtbaar op de goede kant van de stof

Nadat de beide delen van het voorpand op deze manier zijn afgewerkt, moeten we de heuppas van het voorpand aan dit rokpand stikken. Hiervoor moet je op precies dezelfde manier tewerk gaan als voor het stikken van de voorpanden.

Je speldt de heuppas op het voorpand van de rok in de naadwaarden (prik niet in de zichtbare delen – de gaatjes blijven permanent zichtbaar) en stikt deze met een rechte steek en gemiddelde steeklengte op het voorpand.

De naadwaarde van deze naad moet je naar boven toe strijken en doorstikken op de heuppas. Ook deze naad heb ik doorgestikt op de verkeerde kant van de stof; de draad die zichtbaar is op de goede kant van de stof is de spoeldraad.

De doorgestikte naden op de binnenkant van het voorpand.

De doorgestikte naden met bijgeknipte naadwaarden.

 

De doorgestikte naden op de goede kant van het voorpand.

De doorgestikte naden van het voorpand.

De doorgestikte naden van het voorpand.

 

Voor de constructie van het achterpand van deze geweldige rok ben ik helemaal afgeweken van de werkbeschrijving uit het tijdschrift. De reden hiervoor was eigenlijk dat uit de beschrijving helemaal niet duidelijk was welke rits er in het achterpand moest. Ik heb dan maar besloten om in het achterpand een blinde rits te zetten en daarmee de hele werkbeschrijving op zijn kop te zetten.

Om het achterpand van de rok af te werken moeten we bij elk achterpand apart de heuppas aan de buitenrok stikken met een rechte steek. Nadat de heuppassen bij beide achterpanden zijn gestikt, strijk je de naadwaarde naar boven en stik je de naadwaardes van beide panden door op de goede kant van de heuppas – precies zoals we hebben gedaan bij het voorpand van de rok.

 

Het inzetten van de rits

Het voorpand en beide achterpanden van de buitenrok zijn voorlopig afgewerkt; nu is het project klaar om de blinde rits in te zetten. Het inzetten van de blinde rits voor deze rok heb ik uitgebreid uitgewerkt in deze post en de inhoud ervan is van toepassing op alle andere naaiprojecten waar een blinde rits moet worden ingezet.

 

Het voeren van de rok

Als de blinde rits is ingezet in het achterpand van de buitenrok, dan kunnen we de zijnaden van het voor- en achterpand sluiten. Gewoon de panden met de goede kanten op mekaar leggen en de naden stikken met een rechte steek, gemiddelde steeklengte en een naadwaarde van 1 cm. Nadat de zijnaden van de rok zijn gestikt heb ik de naden voorzichtig open geperst met een katoenen doek en een niet al te heet strijkijzer. Ik heb ze verder onafgewerkt gelaten.

De naden van een imitatielederen werk kan je ook vastplakken met textiellijm, maar textiellijm hecht alleen op ietwat ruwere oppervlaktes. Perfect dus voor echt leder of imitatieleer met een ruwere binnenkant, maar niet geschikt voor de stof waar ik hier mee werk. De binnenzijde van dit imitatieleer is te glad.

De binnenrok bestaat uit de belegdelen – die we in het begin van het naaiproject hebben verstevigd met opstrijkbare vlieseline – én de voering, waar een loopsplit in is voorzien. Om de binnenrok af te werken moeten we de voering van het voorpand (dat ik op een stofvouw heb geknipt – tegen de instructies van de werkbeschrijving in) aan het voorste belegdeel stikken en de voering van beide achterpanden ook aan de beide belegdelen van het achterpand stikken. Zowel bij het voorpand van de binnenrok als bij de beide delen van het achterpand heb ik de naadwaarde naar beneden gestreken en deze doorgestikt op de voeringstof. Doorstikken op de goede kant van de voeringstof levert geen enkel probleem op, dus hiervoor moeten we geen alternatieven verzinnen.

Beide zijnaden van de binnenrok kunnen nu gesloten worden door beide achterpanden met de goede kant van de stof – aan elke zijkant – op de goede kant van het voorpand te leggen en de zijnaden te stikken met een rechte steek, gemiddelde steeklengte en een naadwaarde van 1 cm.

De randen van de voeringstof had ik vooraf al afgewerkt met de overlock en de randen van het imitatieleer behoeven geen afwerking. Ik heb de naden dus gewoon open geperst met een katoenen doek erover. De binnenrok is nu klaar om vastgezet te worden aan de buitenrok.

Hoe dat precies in zijn werk gaat wordt verder uitgebreid uitgelegd in deze post.

 

De afwerking van het loopsplit

De binnenrok en de buitenrok zijn nu aan mekaar vastgemaakt en de blinde rits is netjes ingezet. Nu moeten we in de onderkant van de rok het loopsplit afwerken. Het loopsplit van de voering is in het patroon van deze rok zeer eenvoudig : het is eigenlijk gewoon een “uitsparing”. De foto’s in deze post maken dat heel duidelijk. Voor de afwerking van het loopsplit van de buitenrok moeten we er wel even onze aandacht bijhouden.

Vooraleer echter verder te gaan met het loopsplit, is het aangewezen om eerst te controleren of de rok de gewenste lengte heeft. In mijn geval moest er toch een stuk af; ik ben namelijk niet van de grootste ;).

Zowel van de buitenrok als van de voeringrok, heb ik 7 cm afgeknipt. Daarna ben ik begonnen aan de afwerking van het loopsplit, waarvan het hele verslag hier te lezen is.

 

De finale afwerking

De hele rok is eigenlijk zo goed als af. Twee details wil ik graag nog afwerken : het doorstikken van de naad in de taille en het zomen van de onderkant van de rok.

Omdat ik de afwerking van de binnenkant van een kledingstuk minstens even belangrijk vind als de afwerking van de buitenkant, wou ik graag de naad in de taille doorstikken. Omdat ik graag wil dat het eruit ziet zoals echt leer dat is doorgestikt – met een grote steeklengte en een dikke draad dus – zal dit werkje dus met de hand moeten gebeuren. Een professionele naaimachine die dat voor mij kan realiseren heb ik hier niet staan, dus we zullen creatief moeten zijn met naald en draad.

Omdat ik hier geen “freestyle” doorstiksel met de hand wou, heb ik eerst langs de hele taillenaad iedere 0,5 cm potloodstipjes gezet op de belegdelen van de binnenrok. Met een stevige naald en een dubbele draad in dezelfde rode kleur als de belegdelen heb ik de hele taillenaad “doorgestikt” met een eenvoudige stiksteek. Hiervoor moet je werken tussen de buitenrok en de voeringrok. Het resultaat ziet er zo uit :

 

Het “doorstiksel” in de taillenaad – via een stiksteek met de hand.

 

De onderrand van de rok heb ik over de hele omtrek voorzichtig 3 centimeter omgestreken met een katoenen doek en om de centimeter potloodstipjes aangebracht. Met naald en draad en een blinde zoomstreek heb ik de hele zoom losjes vastgezet aan de binnenkant van de buitenrok.

 

De blindezoomsteek met de hand gerealiseerd om de zoom van de rok vast te zetten.

 

 

Vind je deze tips handig en interessant ? Laat ons weten wat je ervan vindt door je opmerkingen hieronder te formuleren.

Berichtnavigatie

← Naaitips : Werken met imitatieleer

Patroontekenen : een cirkelrok met brede tailleband →